WLAN-instellingen
In de instellingen voor het draadloos LAN (WLAN) kunt u
opgeven of het WLAN-symbool wordt weergegeven wanneer
een netwerk beschikbaar is en hoe dikwijls het netwerk
wordt gescand. U kunt ook opgeven of en hoe de
internetconnectiviteitstest wordt uitgevoerd, en
geavanceerde WLAN-instellingen weergeven.
Connectiviteit
© 2011 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
79
Selecteer
Menu
>
Instellingen
en
Connectiviteit
>
Wireless LAN
>
Opties
>
Instellingen
.
weergeven wanneer een WLAN beschikbaar is —
Selecteer
Beschkbrhd WLAN tonen
>
Ja
.
Instellen hoe dikwijls het apparaat naar een
beschikbaar WLAN zoekt — Selecteer
Beschkbrhd WLAN
tonen
>
Ja
en
Zoeken naar netwerken
.
Instellingen voor internetcapaciteitstest opgeven —
Selecteer
Internetverbindingstest
en geef op of u de test
automatisch, na bevestiging of nooit wilt uitvoeren. Als de
connectiviteitstest is geslaagd, is het toegangspunt
opgeslagen in de lijst met internetbestemmingen.
Geavanceerde instellingen weergeven — Selecteer
Opties
>
Geavanc. instellingen
. U wordt geadviseerd de
geavanceerde WLAN-instellingen niet te wijzigen.