Nokia 5800 XpressMusic - Instellingen voor packet-gegevenstoegangspunt

background image

Instellingen voor packet-

gegevenstoegangspunt

Selecteer

Menu

>

Instellingen

en

Connectiviteit

>

Bestemmingen

>

Toegangspunt

, en volg de instructies.

Een packet-gegevenstoegangspunt bewerken

Selecteer een toegangspuntgroep en een toegangspunt dat

is gemarkeerd met

. Volg de instructies van de

serviceprovider.
Maak een keuze uit de volgende opties:

Naam toegangspunt

— De naam van het toegangspunt

wordt verstrekt door de serviceprovider.

Gebruikersnaam

— De gebruikersnaam kan nodig zijn

bij het maken van een gegevensverbinding en wordt

doorgaans verstrekt door uw serviceprovider.

Wachtwoord vragen

— Selecteer

Ja

als u bij aanmelding

op de server telkens een nieuw wachtwoord moet

invoeren of als u het wachtwoord niet in het apparaat wilt

opslaan.

Wachtwoord

— Een wachtwoord kan vereist zijn voor

het maken van een gegevensverbinding en wordt

doorgaans verstrekt door de serviceprovider.

Verificatie

— Selecteer

Beveiligd

om uw wachtwoord

altijd gecodeerd te verzenden. Selecteer

Normaal

om uw

wachtwoord waar mogelijk gecodeerd te verzenden.

Homepage

— Voer het internetadres of het adres van de

multimediaberichtencentrale in, afhankelijk van het

toegangspunt dat u instelt.

Toegangspunt gebruiken

— Hiermee stelt u het

apparaat in om automatisch of na bevestiging via dit

toegangspunt een verbinding te maken met de

bestemming.

Geavanceerde instellingen voor packet-

gegevenstoegangspunt wijzigen — Selecteer

Opties

>

Geavanc. instellingen

.

Maak een keuze uit de volgende opties:

Connectiviteit

© 2011 Nokia. Alle rechten voorbehouden.

81

background image

Netwerktype

— Selecteer het internetprotocoltype voor

het overbrengen van gegevens naar en van uw apparaat.

De overige instellingen zijn afhankelijk van het

geselecteerde netwerktype.

IP-adres telefoon

(alleen voor IPv4) — Voer het IP-adres

van het apparaat in.

DNS-adressen

— Voer de IP-adressen van de primaire en

secundaire DNS-servers in (indien vereist voor de

serviceprovider). Neem voor deze adressen contact op met

uw internetprovider.

Proxyserveradres

— Voer het adres van de proxyserver

in.

Proxypoortnummer

— Voer het poortnummer van de

proxyserver in.