Tekst invoeren
© 2011 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
36
2 — Invoermenu - Hiermee opent u het aanraakmenu
waarmee u opties kunt gebruiken zoals
Schrijftaal
.
3 — Schermtoetsenbord
4 — Shift en Caps Lock - Hiermee kunt u in hoofdletters
schrijven als u in kleine letters schrijft, of vice versa. Selecteer
de toets voordat u een teken invoert. Als u Caps Lock wilt
activeren, selecteert u de toets tweemaal. Een streep onder
de toets geeft aan dat Caps Lock is geactiveerd.
5 — Letters - Hiermee kunt u letters invoeren.
6 — Cijfers en symbolen - Hiermee kunt u cijfers en de meest
gebruikte speciale tekens invoeren.
7 — Accenttekens - Hiermee kunt u accenttekens voor een
taal selecteren.
8 — Spatiebalk - Hiermee kunt u een spatie invoeren.
9 — Pijlen: de cursor naar voren of naar achteren verplaatsen.
10 — Backspace - Hiermee kunt u het zojuist ingevoerde
teken verwijderen.
11 — Enter - Hiermee kunt u de cursor naar de volgende rij
of het volgende tekstinvoerveld verplaatsen. Extra functies
zijn gebaseerd op de huidige context (bijvoorbeeld in het
webadresveld van de webbrowser fungeert dit als de Naar-
knop).
12 — Invoermodus - Hiermee kunt u de invoermethode
selecteren. Wanneer u een item selecteert, wordt de huidige
invoermethodeweergave gesloten en wordt de
geselecteerde geopend.